Voorwoord

Geheel onverwacht gaan we naar IJsland. Dat land van water, vuur, ijs en machtige natuur staat al enige tijd op het to-do lijstje, maar om één of andere reden (voorkeur voor het Zuidwesten in de maand april?) kwam het er niet eerder van.
We zijn normaal gezien niet direct geneigd om een kant-en-klare reis te boeken, maar deze keer, omwille van de heel korte tijdspanne tot afreis, hebben we dit toch gedaan.
IJsland is voor ons bovendien totaal vreemd en we zouden ons nog heel wat moeten inlezen hebben om alles zelf te boeken.
Het wordt hoe dan ook een eerste kennismaking en het is de bedoeling om er in de zomer van 2016 voor 2-3 weken naartoe te trekken. Dan zouden we ook het binnenland willen doen en dus ook de F-wegen, waar men enkel via 4x4 mag rijden. En laat nu net dit iets zijn wat we bijzonder graag doen.
In april wordt het echter een "brave" reis, enkel op verharde wegen.
We kijken er hoe dan ook enorm naar uit om die prachtige natuur met eigen ogen te kunnen aanschouwen.

We vliegen op 5 april, met Icelandair, vanuit Amsterdam naar Reykjavik (luchthaven Keflavik) en keren op 13 april, eveneens via Amsterdam terug.


 5 april 2015 Amsterdam - Keflavik  14u00 - 15u10  Flight time: 3u10
13 april 2015 Keflavik - Amsterdam  07u40 - 12u40 Flight time: 3u00




05 april 2015 Brussel - Amsterdam - Keflavik - Reykjavik

Doordat het zondag is, is het gelukkig niet echt druk op de weg en we bereiken, na een autorit van zo'n 2u30, de parking van Schiphol. We waren wel redelijk verbaasd om zien dat er vanaf Rotterdam tot Amsterdam amper 100km/u mag gereden worden...
Het inchecken verloop heel vlot zodat we nog de tijd hebben om iets te eten vooraleer om 13u30 in te schepen op de vlucht naar Keflavik, de internationale luchthaven van IJsland.
Zoals het de laatste tijd een beetje gebruikelijk te worden bij ons, ook nu weer problemen: er komen 2 passagiers niet opdagen met als gevolg dat hun koffers eerst weer uit het bagageruim moeten gehaald worden. Doordat dit nogal wat tijd in beslag neemt zijn we ondertussen ons tijdslot kwijt zodat we pas na 50 minuten effectief kunnen vertrekken. Maar ach, we worden dit stilaan gewoon en het was bovendien niets in vergelijking met onze ervaringen van afgelopen januari. 



5 april 2015 Amsterdam - Keflavik  14u00 - 15u10  Flight time: 3u10

We zijn aangenaam verrast door de ruimte en comfort aan boord van de B757 van Icelandair. Bovendien hebben we 3 stoelen voor ons 2, wat altijd aangenaam is.
Het valt ons, op een positieve manier, op hoezeer alles aan boord van Icelandair in het kader staat van de promotie van IJsland. Overal vind je toeristische info, de wagentjes waarmee de hostesses het eten en drank brengen zijn ook helemaal gedecoreerd met foto's van watervallen in IJsland. Alle doekjes die op de hoofdsteunen van de zetels liggen, zijn allemaal voorzien van IJslandse wetenswaardigheden en aan boord kan men zelfs tickets boeken voor de rechtstreekse bussen van de luchthaven naar alle hotels in Reykjavik.
Heel leuk allemaal zonder dat het storend overkomt. We hebben de indruk dat de IJslanders gewoon heel erg veel van hun land houden.

Na slechts 2u50 vliegen en na het bekijken van een video op de iPad landen we om 15u40 in IJsland.
Zoals we verwacht hadden is het weer er barslecht en zien we pas de grond als we zo goed als landen. Het vliegtuig parkeert overigens ook ergens ver van een gate zodat we via de trappen en een bus naar de terminal moeten. Zodra we uit de deur van het vliegtuig uitstappen waaien we bijna uit onze, gelukkig warme, kleren. Bovendien is het ook aan het regenen zodat we heel snel de bus induiken.
Niettegenstaande er heel wat vliegtuigen net aangekomen zijn, zijn de koffers er bijzonder snel. Daar kan men in Brussel/Zaventem nog heel wat van leren.
We halen onze huurauto op bij Hertz en dat is een Kia Sportage met automatische versnellingsbak en full option, inclusief navigatiesysteem en parkeercamera.
In de VS controleren we altijd eerst de banden en geven de voorkeur aan M(ud)+S(now) banden omdat die het best zijn op gladde ondergrond. Nou, hier gaan ze nog een heel stuk verder: op onze auto geen M+S, noch winterbanden, maar direct spijkerbanden.
Daar hebben we vorig jaar in Noorwegen al eens kennis mee gemaakt, maar nog nooit zelf mee gereden. Behalve het feit dat ze iets meer geluid maken, merken we verder geen verschil.

We rijden direct richting Reykjavik, waar we na zowat 50 minuten aankomen.



We rijden eerst nog langs de Sun Voyager, een beeld van Jón Gunnar Árnason en een ode aan de zon voorstellend. Volgens de kunstenaar staat dit Vikingschip symbool voor nieuw, onontdekt gebied. Het schip staat aan de Sæbraut, aan de Faxaflói baai met Mt. Esja op de achtergrond. Deze laatste ligt echter grotendeels in de wolken.



We checken in bij Hotel Plaza rond 18uen gaan daarna nog lekker eten in restaurant Uno.

Vandaag alvast hetzelfde vastgesteld als in Alaska: de plaatselijke bevolking trekt zich echt niets aan van de regen. Net zoals in Alaska zitten/staan ze hier buiten in de regen ook vrolijk te keuvelen met elkaar. En...zo goed als allemaal met een gigantische ijshoorn. We hadden dit reeds gelezen, maar konden het maar moeilijk geloven, maar inderdaad hoor, toen we vanavond nog wat rondliepen in Reykjavik, in regen en wind, kwamen we opvallend veel mensen tegen met een ijs(je)...

Het weer: België/Nederland: zonnig. IJsland: regen, strakke wind en 7°C.

Overnachting in Plaza Hotel Reykjavik
Aantal gereden km: 55

06 april 2015 Reykjavik - Hraunsnef





Als je de meestal heel beperkte ontbijten in de VS gewoon bent, is het bijzonder aangenaam om verrast te worden door het eerste ontbijt op IJslandse bodem dat werkelijk overdonderend is. We kunnen amper iets bedenken wat niet voorzien is.
 
Vooraleer Reykjavik te verlaten, rijden we eerst nog eens tot het meest westelijke punt. Er is hier een groot natuurgebied en vooral het grote aantal joggers valt ons op. IJslanders zijn blijkbaar begaan met hun gezondheid/conditie. En sporten bij deze uitermate gezonde lucht is wellicht ook heel wat anders dan in ons overbevolkt en overbereden België...



We rijden langs de bijzonder mooie Foraging-Hvalfjordur, een fjord van 30km lang en 5km breed en helemaal omzoomd met vulkanische bergen waar er nog heel wat sneeuw ligt. Overal zien we kolkende rivieren en watervallen.




Eigenlijk moeten we niet echt deze omweg van 60km maken om naar het noorden te rijden, want sinds 1998 is er een 5.7km lange tunnel onder het water, maar daarin heb je niet bepaald de beste uitzichten. Vandaar dus onze logische keuze om helemaal rond het fjord te rijden.

 



We wanen ons precies terug in het Zuidwesten en/of Alaska, want ook hier zijn we helemaal alleen op de weg. Echt niemand te zien en we kunnen dan ook zo goed als dezelfde "road"-foto's maken zoals in de VS.



Voorlopig is het nog droog en we profiteren ervan om snel wat videobeelden te maken met de GoPro op de voorruit.

--> Alle wegvideo's worden weergegeven aan 1,5x de werkelijke snelheid <--



Erg lang duurt de pret echter niet en de camera gaat opnieuw naar binnen. Niet dat de regen nefast is voor de camera (die zit in een waterdichte case), maar filmen met een lens die vol druppels hangt, heeft ook weinig zin...

We stoppen bij een punt waar de Amerikanen tijdens WO II een basis hadden. Veel is er daar vandaag uiteraard niet meer van te zien, maar het uitzicht is er wel nog altijd van dezelfde schoonheid.



Weeral gestopt met regenen en dus nog wat videobeelden als we richting Glymur rijden.



Glymur (IJslands voor geraas of getier) is een waterval die met zijn 196 meter, tot voor kort, als de hoogste van IJsland beschouwd werd.  In juli 2011 heeft men echter de hoogte gemeten van een waterval die vanuit de Morsárjökull, deel van de veel grotere Vatnajökull, van onder het gletsjerijs over de bergrand naar beneden stroomt. Deze blijkt ongeveer 240 meter hoog te zijn en is dus nu officieel de hoogste van IJsland.
Het onderste deel van de Glymur valt in een nauwe, diepe kloof en wordt daardoor gedeeltelijk aan het oog onttrokken. Bovendien is hij alleen te voet en lastig te bereiken, een tocht die ruim 1,5 uur duurt.
Maar exact een jaar geleden deden we de hike naar The White Domes (Utah) en dat was andere koek. Hier laten we ons dan ook niet afschrikken van 1,5u.
Er is echter wel een veel groter probleem: men kan op 2 manieren naar de watervallen, via de oostelijke en via de westelijke kant. Alleen, niemand schijnt te weten langs waar men moet voor de westelijke kant. Alle beschreven routes die we op internet vonden gaan via de oostelijke kant. Maar...daar moeten we door een kolkende rivier en daar neemt men, uit veiligheidsoverwegingen, in de winter de loopbrug gewoon weg.
Ach, we zien wel waar we eindigen, de hike op zich schijnt ook al heel mooi te zijn.
We vertrekken goed ingepakt met regenkledij en windstoppers en zien al heel snel geel geverfde stenen liggen die het oostelijke pad moeten aanduiden. We lopen door lavavelden, hier en daar nog door sneeuw en enkele keren moeten we ook kleine riviertjes door. Dat laatste gaat gelukkig altijd met droge voeten want overal vinden we wel ergens rotsen waar we kunnen opspringen.
Veel erger is echter de bijwijlen striemende sneeuwregen. Het enige onbedekte stukje huid, ons gezicht, wordt echt gepijnigd, als prikt men er met naalden in. We lopen dan ook pal tegen de wind in en die is zo strak dat de ijsregen bijna horizontaal op ons afkomt.

Maar moeilijk gaat ook, en een gepassioneerde fotograaf laat zich dan ook niet zo snel afschrikken...






We komen na zowat een half uur bij een grot waar we door moeten om tot bij de rivier te komen. Ook hier is alles duidelijk aangegeven, maar soms is het, door de regen, wel bijzonder glad en het is dan ook uitkijken geblazen om niet ineens enkele meters dieper naast de rivier terecht te komen.

Als we enkele tientallen meter langs de rivier gelopen hebben, komen we inderdaad op de plek waar de brug zou moeten liggen, maar het enige wat er nog is, is een stalen kabel die in de zomer moet dienst doen om er zich aan vast te houden. Maar nu is het uiteraard onmogelijk om hier over te steken.




We wisten het wel op voorhand dat het langs deze weg niet zou lukken om tot bij de watervallen te komen, maar we hebben onderweg gewoon geen enkele andere mogelijkheid en/of aanduiding gezien.
In elk geval is enkel de wandeling tot hier ook al heel mooi, ondanks het verschrikkelijke weer.
We draaien terug en komen, net als we uit de grot komen, 3 Ieren tegen die van een andere kant blijken te komen. Uiteraard vragen we direct of dit de westelijke route is, maar ook zij hebben niets gevonden. Ze hadden gewoon een pad gevolg, maar dat stopte bij een richel waar men zonder parachute ook niet veel verder kwam...
Maar ook daar moeten de uitzichten blijkbaar heel mooi zijn. We besluiten om toch maar eens te gaan kijken en als we enkele tientallen meter gelopen hebben komen we een viertal tegen dat ook al van die richting uitkomt. Ze zien er uit als verzopen konijnen, want helemaal niet voorzien van de juiste kledij. Het blijken dan nog Belgen te zijn, uit de stad waar mijn zoon 19 jaar geleden geboren werd...
Ook zij hebben niet echt een andere route gevonden, maar als ik met mijn camera helemaal inzoom op de bovenkant van een heuvelrug zie ik zowaar steenmannetjes staan. En we weten uit onze ervaring in Canada/Alaska dat dit altijd een soort richtingaanwijzers zijn. Een beetje zoals op veel andere plaatsen waar men ze "cairns" noemt en waar het eigenlijk niet veel meer zijn dan een hoopje stenen.
We besluiten om het met ons zessen nog eens samen te proberen. Na een tijdje moeten we door dichte beplanting en we zien ook nergens een pad.
Bovendien hebben we een beetje problemen met het feit dat we voortdurend over lage begroeiing moeten lopen. In Alaska en sommige delen van Canada (oa rond Lake O' Hara) heeft men al meermaals benadrukt dat die kleine plantjes bijzonder kwestbaar zijn. Daarenboven hebben ze slechts enkele maanden om sneeuwvrij te kunnen groeien en ze doen er jaren over om opnieuw te herstellen van schade onder andere door wandelaars die ze vertrappelen.
We besluiten dan ook om niet verder meer te gaan en deze hike misschien in de zomer van 2016 eens opnieuw te doen, maar dan via de oostelijke kant én over de rivier.
We zien het kwartet nog de heuvel opklauteren naar de top, maar verder hebben we ze niet meer gezien. Het begon ook bij vlagen bijzonder fel te waaien, "gusting winds" zoals men in het Engels zegt en gepaard gaand met opnieuw die ijsregen. We zijn wat blij dat we rechtsomkeer gemaakt hebben.
We vragen ons echt af hoe die 4 jongeren, met hun totaal ongeschikte kledij, het er van afgebracht hebben...






We komen tenslotte na 2u terug bij de auto en het eerste wat we doen is de zetelverwarming aanleggen. Thuis heb ik die nog nooit gebruikt, maar menslief, wat is dat hier nog eens een welgekomen optie op deze auto...

We hebben nu al gemerkt dat IJsland zo'n land is waar je eigenlijk om de 500m kan stoppen om foto's te nemen. En zelfs een eenzame visser heeft iets speciaal in dergelijk machtig decor.


Als we zowat een half uur aan het rijden zijn, zien we een bijzonder mooie scène, zo uit een toeristische folder geplukt...



Iets verder begint zelfs zowaar de zon te schijnen en zien we ook ganse stukken blauwe lucht.
Er is een gezegde in IJsland betreffende het weer: "If you don't like the weather, just wait 15 minutes". Wel, sinds vandaag kunnen we dat volop beamen. We hebben zowat alle weersomstandigheden gehad en dat allemaal meerdere keren herhaald op 1 dag.

We komen tenslotte rond 17u30 bij het Country Hotel Hraunsnef. Een "hotel" kan men dat niet noemen, maar wel een boerderij met heel mooie kamers. We krijgen een hoekkamer toegewezen en hier hebben we een heel mooi uitzicht.




De koeien en schapen staan net naast de gastenverblijven en telkens we naar de auto gaan, krijgen we een "boe-oe-oe"- of "bèeèeè" concert. Heel mooi en bijzonder goed passend bij deze schitterende natuur.


's Avonds eten we heel lekker in het restaurant van het "hotel", allemaal gerechten van eigen producten. Normaal gezien eet ik bijzonder graag schaap/lam, maar nu heb ik dat maar niet gedaan.
Misschien at ik anders wel een stukje op van het diertje dat mij daarnet nog zo vriendelijk stond te begroeten...

De eigenaars nodigen ons ook uit in de hot tub, maar dat zien we even niet zitten. Er staan er 2 en die hebben nochtans niet bepaald een slecht uitzicht...


We zijn hier pas 1 dag waarbij we gegeseld werden door de weerselementen, maar we zijn nu al helemaal verknocht aan dit prachtige, bijzonder merkwaardige land, vol woeste natuur.


Het weer: zon, striemende regen, stormachtige wind, opnieuw zon enz... 6°C

Overnachting in Country Hotel Hraunsnef
Aantal gereden km: 168

07 april 2015 Hraunsnef - Snaefellsnes - Hraunsnef




Deze nacht heeft het behoorlijk "gespookt", met bijzonder harde stormwind en heel wat sneeuw. Dit is dan ook het uitzicht dat we deze morgen hebben vanuit onze kamer.



Het is altijd wat afwachten hoe het ontbijt er zal uitzien, maar als dit het eerste is wat we zien bij de ingang van de ontbijtruimte, allemaal mormeltjes van 1-2 dag(en) oud...


...aangevuld met gele paaslelies, eitjes en zowaar een paaskaars, dan kunnen we er donder op zeggen dat de eigenaars oog hebben voor detail en het ontbijt dan ook navenant zal zijn.
En zo is het ook, allemaal bijzonder verzorgd en met hoofdzakelijk producten van hun eigen boerderij. Geen confituur in dezelfde verpakking zoals in zowat de ganse wereld, maar wel eigengemaakte aardbeienconfituur, verschillende soorten kazen met druiven, roerei gemengd met blokjes kaas en tomaten, enz... Allemaal heel lekker.

Vandaag staat een lange dag op het programma, we rijden immers het volledige schiereiland Snaefellsnes rond. Dit wordt ook wel eens "IJsland in het klein" genoemd.

Benieuwd welke gevolgen de sneeuwstorm van deze nacht zal gehad hebben op, onder andere, de zowat 40km dirt road die we langs de noordelijke kust moeten rijden.


We plaatsen alvast de GoPro op de voorruit want we rijden door een echt sprookjeslandschap.

--> Alle wegvideo's worden aan 1,5x  de werkelijke snelheid weergegeven <--



Maar als we dit zien (of zelfs amper zien), op slechts enkele kilometer van het hotel, vrezen we het ergste...



Hopelijk komt dit nog goed, want we hebben nog een heel lange weg af te leggen...



We rijden in tegenwijzerzin het schiereiland rond en komen langs niets anders dan mooie uitzichtpunten, woeste golven en schitterende sneeuwlandschappen. De stormwind beukt ongenadig op de auto, maar het is genieten van de eerste tot de laatste minuut van al dat natuurschoon en ook wel natuurgeweld...












Zowat overal zien we die typisch IJslandse paardjes, de IJslander.
Die wordt hier al meer dan duizend jaar raszuiver gefokt. Vanaf het jaar 930 na Chr. geldt er een importverbod waardoor er sindsdien totaal geen inbreng van vreemd bloed in de fokkerij meer is voorgekomen. Zelfs in tijden van grote natuurrampen bleef dit verbod bestaan en moest het ras zich op eigen kracht herstellen. 
Door de strenge natuurlijke selectie (natuurrampen en barre weersomstandigheden) is het IJslandse paard een sterk, sober en intelligent paard geworden met veel werklust en temperament (bron: www.ponynet.nl).
Bij het maken van onderstaande foto's kunnen we, door de ijzige stormwind, de camera amper stilhouden, terwijl er ook nog sneeuwvlokken in het rond vliegen, maar het schijnt de dieren amper te deren.







De verse sneeuw, in combinatie met de overal aanwezige zwarte lava zorgt voor bijzondere landschappen.





We zijn van plan om ergens te gaan eten in Grundarfjörður om daarna Church Mountain te gaan fotograferen.
Net vóór we Grundarfjörður binnenrijden krijgen we nog enkele mooie uitzichten te zien, inclusief Church Mountain.




Rechts is Church Mountain, maar van uit deze richting gezien is hij heel wat minder bekend.


We eten in wellicht het enige "restaurant" dat we van de ganse dag zullen passeren en gaan dan richting Church Mountain. Als we daar aankomen blijven we nog even wachten in de auto tot de volgende sneeuwstorm gaan liggen is.










Daarna rijden we richting Hellissandur, bekend om zijn woeste kusten en de 412 meter hoge zendmast van het zendstation Gufuskálar. Deze zendmast was ten tijde van de bouw in 1959 het hoogste bouwwerk van Europa.











Arnarstapi is een voormalig vissersplaatsje en maakt deel uit van de gemeente Snæfellsbær. Het ligt aan de voet van de Stapafell (526 meter) en heeft een zeer klein haventje. Rond Arnarstapi zijn veel kloven en spleten aan de kust te vinden, evenals bizarre basaltformaties. De bekendste daarvan is Gatklettur, een rots van basalt met een groot gat erin zodat het een boog geworden is. Er nestelen vele zeevogels op de rotspartijen en op de grasvlakten aan de kust.







Een klein eind van de zee staat een standbeeld van Bárður Snæfellsás, een trolachtig figuur uit de IJslandse saga's die voor het eerst de nabij gelegen Snæfellsjökull gletsjer beklommen zou hebben.


Als we terugkeren naar de auto zien we dat dit uitzicht nog heel wat mooier is.



Van hieruit is het maar een korte rit naar onze laatste stop voor vandaag: Búðir.



Búðir is een plaatsje dat in het begin van de 19e eeuw verlaten werd en dat vandaag niets anders meer telt dan een hotel en een kerk.
Om dit laatste is het ons te doen. Het houten kerkje dateert van 1703. Ernaast ligt een klein kerkhof dat volledig omsloten is met een muur van lava. Vooral de setting is prachtig, met langs de ene kant de woeste oceaan en de sneeuwbergen aan de andere kant.





Een 50-tal kilometer voordat we terug in het hotel zijn, worden we nog eens getrakteerd op de hevigste sneeuwstorm van vandaag. We zien amper nog iets voor onze ogen, maar 20 minuten later is het alsof de goden de sneeuw terug over de bergen trekken, bijzonder merkwaardig.


Vandaag blijft in ons geheugen gegrift als één van de mooiste reisdagen van de voorbije jaren. We hebben dan ook echt mazzel gehad: weersomstandigheden zoals ze eigenlijk "moeten" zijn als men aan IJsland denkt: een ganse dag bijzonder stevige stormwind, waarbij het soms bijna niet mogelijk was om de autodeuren te openen.  Daarnaast strakblauwe lucht afgewisseld met bijzonder hevige sneeuwval die voor sprookjesachtige landschappen zorgden.
Een oceaan die we, behalve in Zuid-Afrika, nog nooit met zoveel kracht hebben zien tekeergaan met metershoge, schuimende golven die kwamen aangerold om dan met een ware oerkracht te pletter te slaan tegen de rotsen. We stonden erbij en keken ernaar, ingeduffeld als Eskimo's, 1 voet vooruit om niet omvergeblazen te worden door de stormwind, maar desondanks warm krijgend van dergelijk spektakel.
De route die rond Snaefellsnes loopt is van een uitzonderlijke schoonheid en durven we, zonder aarzelen, in het rijtje plaatsen van de Icefields Parkway (Canada), de US-95 en US-12 in Utah, de Million Dollar Highway in Colorado (zoals wij hem op kerstmis 2013 gereden hebben) en de Chapman's Peak Drive in Zuid-Afrika. En dit is dus bepaald in bijzonder goed gezelschap.
We weten niet hoe het in de zomer is, maar nu, in deze bijna apocalyptische omstandigheden, was het een waar visueel festijn. Langs de ene kant de sneeuw over de bergen zien komen gewaaid, langs de andere kant de onophoudelijk beukende oceaan en wij daartussen slingerend op dat zwarte (en soms ook witte) lint met ook nog eens uitzicht op bulderende watervallen...wow...

IJsland is een waar paradijs voor elkeen die houdt van woeste, ontembare natuur. En zeggen dat we hier nog maar 2 dagen zijn...wat moet dit met ons doen na een week...


Het weer: zon, sneeuw, sneeuwstormen en een stormachtige wind.

Overnachting in Country Hotel Hraunsnef
Aantal gereden km: 358